SPAANS SURREALISME

BEELDEN AAN ZEE: 55 SCULPTUREN VAN JOAN MIRÓ

Vanaf 20 september is in museum Beelden aan Zee de tentoonstelling Joan Miró – Sculptures
te zien. In de Grote Zaal van het Haagse museum worden 55 sculpturen van de Catalaanse
grootmeester van het surrealisme aan het publiek getoond. Voor Miró was de natuur en in het
bijzonder de zee een belangrijke inspiratiebron. Het is daarom bijzonder toepasselijk dat zijn
driedimensionale werk in de directe nabijheid van de zee getoond wordt.

Een jonge beeldhouwer Joan Miró (1893 – 1983) verwierf wereldfaam met zijn kleurrijke,
surrealistische schilderijen, tekeningen en collages, maar voor zijn sculpturen kreeg hij pas
veel later erkenning. Hij grapte ooit als 81-jarige tegen zijn collega, de Amerikaanse kunstenaar
Alexander Calder: ‘I am an established painter but a young sculptor.’ Met de tentoonstelling
Joan Miró – Sculptures toont Museum Beelden aan Zee een overzicht van 55 verschillende
werken, van Miró’s eerste keramische werk tot aan zijn laatste sculpturen, vol figuren, vogels
en vrouwen. De tentoonstelling kwam tot stand dankzij een nauwe samenwerking met
toonaangevende museale partners en publieke en particuliere collecties, waaronder de
Fundació Joan Miró in Barcelona en de Fondation Maeght in Saint-Paul-de-Vence in Frankrijk.

Van keramiek tot gips en brons

Gevoed door zijn experimentele aard, gecombineerd met zijn
voorliefde voor primitieve vormen en ambachtelijkheid, verbeelden de sculpturen Miró’s
voortdurende zoektocht naar nieuwe ideeën, materialen en technieken. Zijn eerste stappen op het
gebied van de beeldhouwkunst vonden eind jaren twintig en begin jaren dertig plaats.
Hij begon met klei te experimenteren en maakte tijdens zijn carrière honderden keramische
kunstwerken, die hij beschilderde in zijn eigen unieke beeldtaal. Hoewel Miró de technische
productie soms aan anderen overliet, bleef hij betrokken bij het creatieve proces. Hij maakte als
opmaat voor sommige bronzen beelden modellen in gips, waaraan hij kon blijven modelleren
tot hij ze goed genoeg vond om af te laten gieten en later opnieuw te gebruiken. Zijn
gipsmodel Tête uit 1950, door Joaquim Gomis gefotografeerd op een van de terrassen
van ‘Mas Miró’ in Mont-Roig, is bewaard gebleven. Het is een van de twee gipsen
beelden uit het depot van de Fundació Joan Miró die nu voor het eerst in een museum
worden tentoongesteld.

Het hele artikel lees je in de zomer-editie van Por Favor. Bestel ‘m hier!