De schoonheid van Lava-eiland Lanzarote

HET CANARISCHE EILAND MET GOEDE SMAAK

Fuerteventura of Lanzarote? Van deze twee noordelijke Canarische eilanden
kregen we het advies Lanzarote, omdat er meer te zien en tebeleven zou zijn.
Het eiland Fuerteventura is “vooral aantrekkelijk voor strandliefhebbers en
kite- of windsurfers”. En óf Lanzarote ons aangenaam verraste en bezighield.
Wat een relaxvakantie in de zon mocht worden, werd toch een druk programma
met elke dag minstens een unieke bezienswaardigheid, proeverij of strandervaring.
De artiest van het eiland, César Manrique, had gelijk: met zijn bijzondere
landschap is dit ‘zwarte’ eiland voor meer voorbestemd dan louter zontoerisme.

TEKST & FOTO’S | EMMIE DECLERCK

Lanzarote is beroemd om zijn zwarte aarde. Zwarte vruchtbare vulkaanaarde die zelfs
fantastische lokale wijn voortbrengt in de wijnstreek La Geria. We waren benieuwd.
Een wijnproeverij in een bodega was een van de eerste bezoeken die we boekten. En wat
een heerlijke dag was dat! Na een boeiende rondleiding en proeverij in de bodega
STRATVS en de unieke wijngaarden met hun ronde steencirkels in de zwarte aarde (de
kuil met de stenen rondom beschermt de wijnrank tegen de soms hevige eilandwinden)
aten we er een verrukkelijke lunch met – uiteraard – wijn. In de aanloop naar
kerst is deze bodega ook bekend om zijn reusachtige openlucht kerststal met de
fijnste details, allemaal uitgewerkt in de mysterieuze zwarte aarde.

BOMEN DOOR HET DAK
Naast de vulkaanwijn is César Manrique een begrip op het eiland. Dankzij hem torenen
hier geen hoge toeristische gebouwen boven het unieke landschap uit: wat overheerst,
zijn witgeschilderde huizen die mooi afsteken tegen de zwart-rode vulkaantinten.
César Manrique gaf zelf het goede voorbeeld met de bouw van zijn eigen vulkaanhuis op
het eiland, vandaag de dag te bezoeken als Casa del Volcán (Fundación César Manrique)
in Tahiche. Zijn aandacht werd namelijk getrokken door ‘vulkaanbellen’: ruimten in de
bodem die ontstaan waren door heftige vulkaanuitbarstingen tussen 1730 en 1736, en
die veel bewoners toen verjoegen naar andere oorden. César verwerkte die in zijn
‘buiten’-gewone huis: in het ondergrondse deel gaan de bomen letterlijk door het dak
van vulkaanrots vanuit de zitruimte, en de verschillende ruimten zijn in die lavagrond
verbonden door gangetjes. De witte glinsterverf waarmee hij de vloeren en dergelijke
beschilderde, levert een prachtig contrast op. Je ziet het terug in andere werken van hem,
zoals de Jameos del Agua. Het zwembadje met vegetatie tussen de rotsen… Alles is een
spektakel in dit huis waar hij 20 jaar woonde, juist door de geweldige harmonie die hij zocht
met het natuurlijke landschap – ook vanuit zijn eigen intiemste woonruimtes.

Het hele artikel lees je in de zomer-editie van Por Favor. Bestel ‘m hier!

  • Website gerealiseerd door TwinDigital