Reizen door Andalusië

PITUFO MECHADA

Vanochtend was het vroeg. Voor dag en dauw tilde ik mijn reistas de trap af, slurpte ik aan
een haastig gemaakte espresso en sprak ik bemoedigende woorden tot de verbaasde hond.
‘Ja, Fiep, de baas is vroeg, is ie normaal nooit, hè? Da’s gek hè, Fiepie? Niks aan de hand
hoor, beest, baas is niet ziek, baas hoeft niet te filmen… baas gaat op reis!’ Op de puntjes
van mijn sneakers de gang door naar de voordeur, het gezin nog diep in slaap, (voorzichtig
nou, ssst!). Reistas in de hand, rugtas op de rug (ja hoor!). Ochtendballet van een stroeve,
slaperige amateurdanser. Tijdens een strak gecoördineerde manoeuvre de rugtas vakkundig
tegen het metalen bakje met sleutels gezwiept (ja hoor!), zodat deze met een razende klap op
de stenen gangvloer donderde. Geblaf vanuit de woonkamer, chagrijnig geklaag vanuit de
slaapkamers. Ja, iedereen was er weer van op de hoogte: de baas ging op reis.
Tekst | Pim Muda

Maar liefst drie weken ga ik alleen op pad. Ik onderbreek de Hollandse herfst met een trip
door de onderbuik van het Iberisch Schiereiland. Andalusië. Een plek die me dierbaar en
bekend is, maar die elke keer weer veel verrassingen aan me openbaart.

Wat reisdoelen: in stilte werken aan de voorbereiding van mijn rol van Vincent van Gogh
in een bioscoopfilm die eind 2024 uitkomt. Wandelen in de Torcal de Antequerra, rondom
Ronda en in het natuurpark de Doñana. Muziek opnemen. Mediteren. Granada. Sporten en
vrienden bezoeken. Kletsen met chefs en restauranthouders over hun gerechten en de verhalen
erachter. Over eten, de brandstof van de Andalusische cultuur en haar historie. Van beide
smullen en de opgediepte verhalen opschrijven voor een reportage in Por Favor Magazine.
Maar vooral en ondanks het bovenstaande: even ‘zijn’. De mallemolen van het leven tijdelijk
verlaten en nemen wat de dag brengt. Op adem komen van de inspanningen die het maken
van het nieuwe theaterprogramma van mijn Ashton Brothers heeft gevergd. Gelukt, streepje
eronder. Vrij.

En nu is het één uur ’s middags en het druilerige Nederland ligt alweer zes uur achter me.
Ik zit in een smal straatje in de hippe wijk Soho in Málaga. En ik ben geland. Letterlijk en
figuurlijk. Als je in Andalusië om je heen kijkt dringen de verhalen zich onmiddellijk aan je op.
Nonchalant maar onherroepelijk. Zo ook in Soho:

Net als elke coole stad heeft ook Málaga nu zijn eigen kunstenaarsbuurt vol graffiti, tattooshops
en streetwear-winkels aan de rand van de haven. Het had echter niet veel gescheeld of Soho
was er niet geweest. Tien jaar geleden was dit een arme wijk, de woonplek van de havenarbeiders
die hun wijk deelden met junkies, vechtersbazen en andere duistere schimmen. Na zonsondergang
kon je maar beter niet door Soho slenteren. Het gemeentebestuur kon niet wachten deze
ongewenste rafelrand met de grond gelijk te maken en over te dragen aan watertandende
projectontwikkelaars.

Het hele artikel lees je in de zomer-editie van Por Favor. Bestel ‘m hier!

  • Website gerealiseerd door TwinDigital